Constructieve controverse

In de jaren 60 deed David Johnson onderzoek naar de positieve bijdrage die een conflict kan hebben. Heel vaak gaan mensen conflicten uit de weg omdat conflicten onaangenaam zijn en destructief uit kunnen pakken in organisaties. Tegelijk is het nodig om groepsdenken te voorkomen en af en toe algemene opinies ter discussie te stellen of tegengestelde meningen te laten botsen om tot de kern van een probleem door te dringen. Hoe kon je de conflicten omarmen zonder nare bijeffecten?

Johnson bedacht daarom een manier om het conflict constructief in te zetten voor het oplossen van problemen, zonder dat dit de nare bijeffecten heeft. Hij noemde de methode “constructieve controverse”.

De methode gebruik je om met een groep een ingewikkeld probleem met meerdere tegenstrijdige mogelijkheden aan te pakken. De methode dwingt de deelnemers om zich te verdiepen in verschillende perspectieven en oplossingen. Dat is ook de bedoeling: om ervan te leren samen beter begrip te krijgen. Van de deelnemers wordt wel gevraagd kritisch te zijn op de inhoud, te luisteren naar elkaar en oprecht nieuwsgierig te zijn alle kanten van een idee en het oordeel over een oplossing uit te stellen.

DW Johnson, RT Johnson en KA Smith Constructive Controversy: The Educative Power of Intellectual Conflict (2000) in Change

Het start met het inventariseren van de informatie rond een complex probleem. Hoe categoriseer je de problemen en manieren van aanpak? Welke ervaringen zijn er al? Zo probeer je het probleem beter te begrijpen. Haal hier de twee of meer belangrijkste opties uit. (Bij drugsproblemen kun je tot repressie komen of juist tot ondersteuning, je kunt richting de politie of juist richting de ouders denken. Bij belasting kun je regels strenger maken of meer controleren of minder regels opleggen. Zo zijn er vaak verschillende aanpakken waarbij onderliggende vertaling van het probleem verschilt.)

Maak nu twee of meer groepen die elk met een optie aan de slag gaan. Elke team maakt een onderbouwing waarom deze optie het beste past en het beste werkt. De leden dienen hun eigen mening daarbij opzij te leggen en zich te concentreren op de optie die toegewezen is.

Vervolgens presenteren de teams elk hun oplossing als de beste oplossing. De andere teams luisteren, stellen daarna vragen en geven kritiek.

Daarna wisselen de teams van optie. Ze moeten nu dus de optie onderzoeken die ze eerst juist kritisch hebben benaderd en ze hebben net een andere optie als de beste gepresenteerd. Je gaat door met wisselen tot alle teams alle oplossingen hebben moeten presenteren als beste oplossing.

Nu komt de discussie over het besluit. Ze vatten de beste argumenten voor alle opties samen en kennen nu de achtergronden en denkwijzen bij de opties. Samen besluiten ze wat de beste optie is. Dit is de probleemoplossing waar men zich het beste in kan vinden en waar men zich makkelijk aan kan conformeren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *