Ik hoor steeds vaker het onderscheid tussen strategische, tactische en operationele besluiten. Strategische besluiten zouden dan bijvoorbeeld aan de leiding van de organisatie zijn. Maar wat is nu eigenlijk wat? En hoe hangen ze met elkaar samen?
Strategische besluiten
Strategische besluiten gaan over de doelstellingen van de hele organisatie. Dat is ook waarom men die bij het bestuur terugziet. Dat neemt niet weg dat het verstandig is de hele organisatie mee te nemen in strategische besluiten. Gaat Shell zich vooral richten op groene energie of blijft Shell gericht op fossiele brandstof is een strategisch besluit. Op strategisch niveau besluit men over de verdeling van middelen om doelstellingen te bereiken.
Tactische besluiten
Is gekozen voor bepaalde doelstellingen, dan gaat tactische besluiten over inzet van middelen om dat doel te bereiken. Heb je besloten tot bouwen in een bepaald gebied, dan gaan de tactische besluiten over de timing en de juiste inzet van geld en lobby activiteiten. Je ziet dat anderen het zelfde doel hebben, bijvoorbeeld een corporatie wil sociale woningbouw en een projectontwikkelaar koopwoningen. Wat zijn dat je besluiten? Ga je samen met de projectontwikkelaar de verdeling proberen te beïnvloeden? Of ga je naar de gemeente om te laten vastleggen hoeveel sociale woningbouw er in elk geval moet komen?
Operationele besluiten
Operationele besluiten hebben betrekking op uitvoering en voortgang van het werk. Je hebt een doel, je weet hoe met aangepakt gaat worden, maar er is een zieke of je klanten kunnen kiezen voor een rode of een zwarte variant, maar de rode is niet meer beschikbaar, hoeveel ga je wanneer bestellen? Vaak zijn het routinebesluiten. Vaak is al veel vastgelegd in protocollen: “bestel nieuw materiaal als de voorraad geslonken is tot 5”. “Biedt de klant het volgende alternatief”.
Operationele besluiten kunnen met meer of minder vrijheid genomen worden. Hoe meer vrijheid voor medewerkers om operationele besluiten te nemen, des te beter is het mogelijk om in de praktijk aan te sluiten bij de doelen. Daarom is het belangrijk dat de strategische doelen bij iedereen in de organisatie bekend zijn.
Neem bijvoorbeeld mensen met betalingsachterstand. Hoe meer je vastlegt: “na 3 maanden bellen, na niet betalen na 6 maanden overgeven aan een incassobureau”. Steeds vaker zie ik dat het niet meer zo gaat. De medewerker van incasso kijkt op welke manier de schuldenaar én kan betalen én in de toekomst beter schulden voorkomt. Zo hoorde ik een medewerker uitleggen: als ik dan iemand met schulden heb gesproken bel ik de deurwaarder en druk op het hart om wel een strenge brief te sturen, maar niet alles in werking te zetten, want de ernst moet vooral duidelijk worden. Een ander help ik om bij de schuldhulpverlening te komen. Je moet inschatten wat de mensen en hun familie zelf kunnen en wat dan kan aansluiten.